200 gram griesmeel, 2 liter volle melk, 12 eierdooiers, 150 g kristalsuiker, 1 eetlepel rozenwater. Rozenwater haalt men in een piepklein flesje bij de apotheek of in een speciaalzaak of een Turkse winkel. Het geeft de pudding een apart, fijn rozenaroma.
Bereiding
Zet de melk op het vuur en strooi er al roerend het griesmeel in. Breng aan de kook en voeg onder bestendig roeren de suiker toe. Neem van het vuur en roer er voorzichtig de 12 eierdooiers en het rozenwater door. Roer het mengsel voortdurend om tot de pap goed lijvig en gebonden is. Giet de pudding vervolgens direct in een diepe kom en laat koelen.
Spaanse Pap met Oosthoekkermis
Tot de late jaren 60 van de vorige eeuw was Spaanse pap hét favoriete dessert voor feestelijke gelegenheden in Heist. Vooral met Oosthoekkermis was het in veel huizen het sluitstuk van de kermismaaltijd. Het recept deed z’n intrede in Heist in de loop van de 18de eeuw. De Heistse huisvrouwen zorgden er, door het toevoegen van extra veel griesmeel, voor dat het een hartig zwaar dessert was. Het kon warm gegeten worden, doch meestal werd het koud geserveerd. Een schijf Spaanse pap werd uit de kom gesneden; zo dik was het nagerecht meestal opgesteven. Voor koelkasten hun intrede deden in Heist, werd de kom met Spaanse pap in een koele kamer op de grond gezet. In de zomer kreeg de kom vaak ook een plaatsje op het koele metaal van de boerenstoof. Na een nacht opstijven zat er meestal een barst in het vel van de Spaanse pap. Iedereen, en vooral de kinderen waren er dol op. Zonder Spaanse pap was het geen Oosthoekkermis geweest.
Geschiedenis
Het recept dat in Heist gebruikt werd wijkt wel ietwat af van het oorspronkelijke. Maar dat zou Magirus beslist niet erg gevonden hebben. In zijn lange inleiding en in terzijdes bij de recepten probeert hij zijn publiek er namelijk van te overtuigen om juist wél eens iets nieuws uit te proberen. Naar eigen zeggen wil hij met zijn boekje aantonen dat men ook met eenvoudige ingrediënten en dito keukenmateriaal lekkere maaltijden kan bereiden, iets wat volgens hem in “deze moeilijke tijden” goed van pas komt. Moeilijke tijden, want 1612, is amper drie jaar na de aankondiging van het Twaalfjarig Bestand, dat een betrekkelijke periode van rust betekende in de 80-jarige oorlog met Spanje.
Ten slotte roept Magirus zijn lezeressen op eigen accenten te leggen: “Ist u te suer, maeckt het soeter: moocht ghy van dien kese niet, neemt eenen anderen, laettender ooc uit: eet gy liever soete specerije als heete, ick ben ooc wel te vreden: is u panneken cleyn, stoffeert het met cleyn gereeschap.” (Is het je te zuur, maak het zoeter: lust je die kaas niet, neem dan een andere, of laat hem weg: eet je liever zoete specerijen dan hete, het maakt mij niet uit: is je pannetje te klein, gebruik dan klein gereedschap.)
Met dank aan wijlen Adrienne Vantorre (Louise van Pol Mussche) en Gilberte Beirens.